Advies geven

De SAR WGG wenst in zijn rol als adviesverlener het brede gamma van adviezen te gebruiken. Hij wil deze advisering niet beperken tot de reactieve adviezen over ontwerpdecreten en ontwerpbesluiten van strategisch belang die de Regering principieel heeft goedgekeurd. De Raad ziet zijn opdracht en speelruimte breder, en wenst dan ook op andere momenten van het beleidvormingsproces gehoord te worden, dan wel van zich te laten horen.

1.  Pro-actief en anticiperend adviseren

De SAR WGG verleent op eigen initiatief advies aan de Vlaamse overheid over maatschappelijke thema’s die door de beleidsmakers nog niet werden uitgewerkt of niet op hun agenda staan. De Raad spoort de overheid aan om deze thema’s op te nemen in haar toekomstige beleidsvoorstellen.

2.  Reactieve adviezen formuleren

De SAR WGG adviseert beleidsmaatregelen op vraag van de Vlaamse Regering, de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, de Vlaamse minister van Armoedebestrijding en het Vlaams Parlement.
Een reactief advies wordt opgesteld op vraag van een beleidsmaker of op initiatief van de SAR WGG, en handelt over een beleidsmaatregel die in grote mate afgewerkt is.
De SAR WGG kan op eigen initiatief advies geven over alle beleidsvoorstellen die de Vlaamse overheid maakt. Het gaat hierbij zowel over initiatieven van de Vlaamse Regering als van het Vlaams Parlement.
In het oprichtingsdecreet van de SAR WGG werd beschreven dat het de plicht is van de Vlaamse regering om advies in te winnen bij de SAR WGG over Voorontwerpen van decreet en Besluiten van de Vlaamse Regering van strategisch belang, die principieel zijn goedgekeurd door de Vlaamse Regering. De adviestermijn bedraagt in principe 30 dagen.
De Vlaamse Regering kan de Raad ook verzoeken advies uit te brengen over andere Besluiten van de Vlaamse Regering en over samenwerkingsakkoorden die de Vlaamse Gemeenschap wenst te sluiten met andere Gemeenschappen en Gewesten.

3.  De SAR WGG brengt beleidsinitiërende en klankbordadviezen uit

De SAR WGG heeft de ambitie om het beleid inzake Welzijn, Volksgezondheid en Gezin mee te sturen. Dat veronderstelt dat hij niet alleen op het einde van (reactief advies) en voorafgaand (pro-actief advies) aan het beleidsvormingsproces zijn mening kenbaar maakt, maar ook in het begin (beleidsinitiërend advies) en in de loop (klankbordadvies) van de ontwikkeling van het beleid de Vlaamse overheid wenst te adviseren over het te voeren beleid.

De SAR WGG wenst hierbij niet in de plaats te treden van de verschillende middenveldorganisaties die in de loop van de beleidsontwikkeling gehoord worden door de beleidsmakers. De rol van de SAR WGG in deze fase van het proces situeert zich vooral op het uitwerken van strategische doelstellingen die de (deel-)sector overschrijden en/of een impact hebben op andere (deel)sectoren binnen het beleidsdomein van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Hoe komt een advies tot stand?

Stap 1: voorontwerp van advies

Wanneer de Raad door de minister gevraagd wordt advies uit te brengen, stuurt de secretaris deze adviesvraag onmiddellijk aan alle leden. De leden worden hierbij gevraagd om hun eerste opmerkingen en aandachtspunten aan de secretaris over te maken. Mede op basis van deze inbreng wordt een voorontwerp van advies geschreven. Het Dagelijks bestuur gelast het secretariaat en/of een of meerdere leden met deze opdracht.
Het secretariaat maakt bij elke adviesvraag een nota voor het dagelijks bestuur over of en hoe er best kan geadviseerd worden.Het secretariaat maakt hiervoor gebuirk van de checklist die als bijlage 2 aan het Huishoudelijk reglement is toegevoegd.

Stap 2: bespreking voorontwerp van advies

Het Dagelijks Bestuur:

  • legt het voorontwerp van advies:ofwel voor aan de raad of een werkgroep
  • stelt voor om het advies middels een schriftelijke procedure op te stellen
  • stelt voor om geen advies te geven.

Wanneer een lid niet akkoord gaat met de procedure die het Dagelijks Bestuur voorstelt, wordt het ontwerpadvies besproken in een werkgroep.     

Stap 3: ontwerp van advies

1. Na bespreking in een werkgroep of raad

Op basis van de bespreking van het voorontwerp van advies in een werkgroep of in de raad wordt een ontwerp van advies opgesteld. Het secretariaat bezorgt het ontwerpadvies aan de leden. De leden kunnen hun opmerkingen binnen de afgesproken termijn schriftelijk overmaken aan het secretariaat.

  1. Indien er geen opmerkingen worden ontvangen, wordt het ontwerpadvies ter stemming voorgelegd.
  2. Indien de voorzitter van oordeel is dat er inhoudelijk waardevolle opmerkingen worden gemaakt, kunnen deze worden verwerkt in het ontwerpadvies dat voor een tweede rondvraag aan de leden wordt gestuurd. De leden beschikken dan over maximaal twee werkdagen om hun oordeel over de aangebrachte wijzigingen te geven.

Wanneer de opmerkingen beperkt zijn tot stilistische suggesties of preciseringen, kunnen ze in het ontwerpadvies worden opgenomen zonder een tweede rondvraag aan de leden.

Na de tweede rondvraag maakt het secretariaat een tweede versie van het ontwerpadvies dat ter stemming wordt voorgelegd.

2. Na schriftelijke procedure

De secretaris stuurt het voorontwerp van advies aan alle leden van de raad. De leden krijgen de mogelijkheid om binnen 3 werkdagen hun opmerkingen en aanvullingen schriftelijk over te maken aan het secretariaat. Op basis van de inbreng van de leden wordt een eerste ontwerpadvies opgesteld.

Het eerste ontwerpadvies wordt spoedig bezorgd aan alle leden. Ze geven hun opmerkingen schriftelijk door aan het secretariaat binnen de 3 werkdagen.

  1. Indien er geen opmerkingen worden ontvangen, wordt het eerste ontwerpadvies ter stemming voorgelegd
  2. Indien de voorzitter van oordeel is dat er inhoudelijk waardevolle opmerkingen worden gemaakt, kunnen deze worden verwerkt in een aangepast ontwerpadvies dat voor een tweede rondvraag aan de leden wordt gestuurd. De leden beschikken dan over maximaal twee werkdagen om hun oordeel over de aangebrachte wijzigingen te geven.

Wanneer de opmerkingen beperkt zijn tot stilistische suggesties of preciseringen, kunnen ze in het aangepaste ontwerpadvies worden opgenomen zonder een tweede rondvraag aan de leden.

i. Indien er geen opmerkingen worden ontvangen, wordt het aangepaste ontwerpadvies ter stemming voorgelegd.

ii. Indien de voorzitter van oordeel is dat er inhoudelijk waardevolle opmerkingen worden gemaakt, beslist hij dat het aangepaste ontwerpadvies ofwel voorwerp van een herhaling van de procedure in b. wordt ofwel dat het samen met de ingebrachte opmerkingen ter bespreking en ter stemming op de eerstvolgende vergadering van de raad voorgelegd.

Stap 4: stemming over het ontwerpadvies

De Raad bespreekt en stemt over het ontwerpadvies dat wordt voorgelegd.

In uitzonderlijke gevallen kan het Dagelijks Bestuur of de Raad voorstellen om de stemming schriftelijk af te handelen. Hierbij krijgen de leden het ontwerpadvies toegestuurd en kunnen zij schriftelijk hun stem uitbrengen. Het resultaat van de stemming wordt aan de leden meegedeeld en het advies wordt ter kennisgeving geagendeerd op de eerstvolgende vergadering van de raad.

Wanneer een lid schriftelijk bezwaar uit tegen het voorstel van het Dagelijks bestuur of de Raad om de stemming schriftelijk af te handelen, wordt het ontwerpadvies ter bespreking en stemming voorgelegd op de vergadering van de raad.